Patterns that Connect; de stelligheid van performances

Saskia Monshouwer schreef de recensie ‘Patterns that connect’ over (onder andere) onze lezing/performance bij M4gastcollege in 2017. De link naar haar volledige recensie is onderaan het artikel te vinden.

 

Patterns that Connect; de stelligheid van performances

[…] “De eerste performance die ik beschrijf vindt in Tetterode plaats in het kader van de M4Gastcolleges en wordt gegeven door PolakVanBekkum. Zij vormen een duo dat vanuit radicaal artistiek onderzoek projecten ontwikkelt die betrekking hebben op architectuur en openbare ruimte. Complexe terreinen die zij als kunstenaar vanuit een eenvoudig en menselijk standpunt betreden. Dat levert een toegankelijke en inzichtelijke benadering van hedendaagse artistieke praktijken op.

Performance PolakVanBekkum, M4-Gastateliers. Tetterode, Amsterdam, 2017.

Als ik binnenkom in de merkwaardige hal met de houten lambriseringen en de veelhoekige vitrines, de hal die het moderne Tetterode-gebouw en kantoor met het drukkerij-gedeelte verbindt, zijn Ivar van Bekkum en Esther Polak al aan het werk. Maar dat heb ik eigenlijk niet in de gaten. Ivar tekent met krijt regelmatige bibberende lijnen op een schoolbord. Streep voor streep verandert het van een dof en omfloerst donkergroen vlak in een vrolijk Nul-werk. Esther Polak, die ik niet meteen herken, loopt met halfgesloten ogen langzame cirkels door de ruimte. Ik zie het wel, maar negeer het. We moeten even wachten. Ik spreek met wat vrienden. Ik neem wat soep. Stip acht uur begint de performance.

Polak legt uit: “Je zult wel denken, wat doet ze daar”, zegt ze en loopt langzaam rondjes: “Ik doe een performance en denk na over de betekenis van het begrip ‘performatief’.” Ze blijft in beweging. “Performatief is een ingewikkeld begrip omdat het zo op performance lijkt, maar het betekent iets anders. Bij de invulling van het begrip wordt uitgegaan van het idee dat alles in beweging is. Is het mogelijk dat een ruimte of verschijnsel al doende ontstaat? Gender bijvoorbeeld, ontstaat al doende. Je bent geen man of vrouw met vastliggende eigenschappen. Je creëert je gender, door keuzen te maken, kort haar, lang haar, broeken met, broeken zonder diepe zakken …”
(Bij dit voorbeeld wordt ik even afgeleid door mijn gedachten. Nu ik over de vijftig ben koop ik steeds vaker mannen-broeken omdat ze beter zitten, diepe zakken hebben en van sterkere stoffen gemaakt zijn. Dan heb je tenminste een voordeel van dat extra testosteron.)
“En”, vervolgt Polak, “die keuzes gaan gepaard met gebaren. Jij en andere creëren vervolgens categorieën. Ivar en ik onderzoeken hoe de openbare ruimte performatief wordt ingericht.”

Esther Polak loopt nog steeds in de rondte, terwijl Ivar van Bekkum trefwoorden uit haar tekst over de lijnen op het schoolbord schrijft. Met een borstel heeft hij haar route aangegeven en het ruimtelijk lexicon raakt met woorden gevuld.

Dan sta ik op en ga ik naar de volgende performance, een betere inleiding had ik niet kunnen hebben.”

Lees hier het hele artikel ‘Patterns that connect’ van Saskia Monshouwer

Als ik binnenkom in de merkwaardige hal met de houten lambriseringen en de veelhoekige vitrines, de hal die het moderne Tetterode-gebouw en kantoor met het drukkerij-gedeelte verbindt, zijn Ivar van Bekkum en Esther Polak al aan het werk. Maar dat heb ik eigenlijk niet in de gaten. Ivar tekent met krijt regelmatige bibberende lijnen op een schoolbord. Streep voor streep verandert het van een dof en omfloerst donkergroen vlak in een vrolijk Nul-werk. Esther Polak, die ik niet meteen herken, loopt met halfgesloten ogen langzame cirkels door de ruimte. Ik zie het wel, maar negeer het. We moeten even wachten. Ik spreek met wat vrienden. Ik neem wat soep. Stip acht uur begint de performance.

Polak legt uit: “Je zult wel denken, wat doet ze daar”, zegt ze en loopt langzaam rondjes: “Ik doe een performance en denk na over de betekenis van het begrip ‘performatief’.” Ze blijft in beweging. “Performatief is een ingewikkeld begrip omdat het zo op performance lijkt, maar het betekent iets anders. Bij de invulling van het begrip wordt uitgegaan van het idee dat alles in beweging is. Is het mogelijk dat een ruimte of verschijnsel al doende ontstaat? Gender bijvoorbeeld, ontstaat al doende. Je bent geen man of vrouw met vastliggende eigenschappen. Je creëert je gender, door keuzen te maken, kort haar, lang haar, broeken met, broeken zonder diepe zakken …”
(Bij dit voorbeeld wordt ik even afgeleid door mijn gedachten. Nu ik over de vijftig ben koop ik steeds vaker mannen-broeken omdat ze beter zitten, diepe zakken hebben en van sterkere stoffen gemaakt zijn. Dan heb je tenminste een voordeel van dat extra testosteron.)
“En”, vervolgt Polak, “die keuzes gaan gepaard met gebaren. Jij en andere creëren vervolgens categorieën. Ivar en ik onderzoeken hoe de openbare ruimte performatief wordt ingericht.”

Esther Polak loopt nog steeds in de rondte, terwijl Ivar van Bekkum trefwoorden uit haar tekst over de lijnen op het schoolbord schrijft. Met een borstel heeft hij haar route aangegeven en het ruimtelijk lexicon raakt met woorden gevuld.

Dan sta ik op en ga ik naar de volgende performance, een betere inleiding had ik niet kunnen hebben.”

Lees hier het hele artikel ‘Patterns that connect’ van Saskia Monshouwer

See our web page City As Performative Object for more insight in our ideas on how our movement creates landscapes.