Column Stadsleven – Stappen, rustig ademen, stappen

Als onderdeel van Stadsleven schreef Esther de Column Tijdelijke hoogtepunten in de stad

Die Rotterdamse torens, ik kon goed zien hoe deze zich in het horizontale aan elkaar spiegelden. Niet zozeer een uitzicht hier, meer een aankijken of overspringen.

Van Rotterdam was ik die trap even vergeten. Hij drong zich aan mij op tijdens een bezoekje aan de stad voor iets heel anders. Ruim op tijd liep ik er het Centraal Station uit, ik had er op gerekend nog een koffie te drinken.

Zo passeerde ik de opgang van die trap. Koffie of beklimmen was nu de vraag die meteen zijn eigen antwoord werd. Ik stapte op de eerste trede waar ik de route met een grote variatie aan andere mensen deelde. Onderweg werd de opgang smaller. Waren er eerst wel vijf evenwijdige trappen, dat werden er uiteindelijk drie…. Zo de breedte in het begin mij nog uitnodigde tot een pauze, tot achterom kijken, maakte de versmalling van de trappen dat ik noest het hoofd boog en mijzelf in een ritme vond van rustig ademen, stappen, rustig ademen, stappen, en het inspanningszweet begon met prikken onder de huid. Vanwaar kwam toch dat gevoel van vertrouwdheid?

Door gelijken omringd
Boven gekomen stond ik niet meteen op een terras met uitzicht. Nee, ik ging dóór de bovenste verdieping van het Groot Handelsgebouw, waar ik om te beginnen tegen liftdeuren aan liep. Wilde ik dit wel weten, dat ik hier ook met een lift had kunnen komen? Ik voelde me als een bergwandelaar die na een straffe klim bij een ski-oord aan blijkt te komen. Is het teleurstelling, of de zoete superioriteit van lopend en op eigen kracht, versus elektrisch?

Het wintersportgevoel werd nog versterkt door loopplanken, die als kluunroutes over de vaste vloerbedekking gelegd waren. En zo konden wij, massa, zonder straatstof te verspreiden het dak op. De terrassen waren smal en winderig. Wat boeide was het uitzicht. De stedelijke gelijkwaardigheid van gebouw naast gebouw. Die Rotterdamse torens, ik kon goed zien hoe deze zich in het horizontale aan elkaar spiegelden. Niet zozeer een uitzicht hier, meer een aankijken of overspringen. Dat moet een vermenselijkend effect op de gebouwen hebben, om zich door gelijken omringd te weten.

De Trap vs. het terras op de Oude Kerk
Hoe anders moet dat zijn voor de traditionele kerktoren, die altijd boven de daken uitstijgt, en van boven op de omringende architectuur neerkijkt. En nu schoot het mij te binnen waar ik eerder aan had proberen te denken: het project The Garden Which is the Nearest to God van Taturo Atzu op de Oude Kerk, dat mij vorig jaar zo fascineerde in Amsterdam. Hier had Atzu een tijdelijk terras gebouwd, gebruikmakend van het feit dat er toch steigers moesten komen ten bate van een renovatie van het leistenen dak.
De opbouw van het tijdelijke kunstwerk ‘The Garden Nearest to God’ van de Japanse kunstenaar Tatura Atzu dat bovenop het dak van de Oude Kerk gebouwd is. Foto: Michiel van Iersel

De opbouw van het tijdelijke kunstwerk ‘The Garden Nearest to God’ van de Japanse kunstenaar Tatura Atzu dat bovenop het dak van de Oude Kerk gebouwd is. Foto: Michiel van Iersel

Twee tijdelijke uitzichtpunten, op uiterst markante plekken in een stad. De trap in Rotterdam was kneiterrecht, de trap in Amsterdam wentelde. De trap in Rotterdam is publiek, in Amsterdam moest je een kaartje kopen. In Rotterdam kom je boven op een plek die eigenlijk altijd al bestaan had, het terras, de lift, en je zag dus een uitzicht dat niet “maagdelijk” was. Het spectaculaire aan Amsterdam was dat het terras een tijdelijk niet bestaande locatie-utopie was, terwijl dat utopische in Rotterdam juist gold voor de route om er te komen.

Voor mij is de stad altijd een canyon. Een openbaar toegankelijke uitweg juich ik sowieso altijd toe. Ik vertelde Lex ter Braak (directeur van Eyck Academie in Maastricht) hierover, en beide hoogtepunten deden hém weer denken aan de archeologische stad Çatalhöyük, in Turkije waar de straten over de daken liepen en iedereen dus altijd ver van zich af kon kijken. In die stad leken mensen geen hiërarchie te kennen, niet in rangen, standen en ook niet tussen de seksen.