De Prop/Het vuilnisgebaar

In het project De Prop/Het vuilnisgebaar gaan wij op zoek naar overgangsmomenten die iedereen gemakshalve ziet als het weggooien van dingen. Een noodzakelijke verplichting, een onachtzame handeling, een vies karweitje, een ergernis. Maar tegelijk gaat het ook over afscheid, twijfel, gehechtheid.

In het Amsterdamse stadslandschap is vuilnis zichtbaar aanwezig. Weliswaar zouden de ondergrondse containers het vuilnis aan het oog moeten onttrekken, met grote regelmaat vullen straathoeken, de omgeving van volle containers en populaire locaties zich met vuilniszakken, afgedankte meubelen, lege dozen en meer. Maar landschappen ontstaan niet uit zichzelf. Ons mantra: elke beweging creëert een landschap. Dus we grepen onze camera en legden bewegingen rond het weggooien en weer opruimen van vuilnis vast. En zo ontdekten we de leemte, in tijd en ruimte, tussen weggooien en opruimen, twee acties die wij ‘Vuilnisgebaren’ zijn gaan noemen. Zo zou je de aanwezigheid van vuilnis op straat kunnen definiëren als een onopgelost (of nog op te lossen) probleem, wij constateren dat er tussen weggooien en opruimen een verantwoordelijkheid-gat gaapt. Een gat waarin het vuilnis haar eigen landschap vormgeeft, samen met anderen, dieren en objecten, die het hun tijdelijke leefomgeving maken, zoals meeuwen, ratten, honden, onachtzame voorbijgangers, regen, wind etc.

Het object
Een object, waarmee we ons als eigenaar hebben verbonden, wordt losgelaten. Het object wordt niet verkocht, niet weggegeven, niet hergebruikt, het object wordt afgestoten – het vuilnisgebaar. De vuilnisbak of container in de openbare ruimte faciliteert de stedelijke illusie dat het object daarmee verdwijnt.

Dit object, in ons project gebombardeerd tot ‘De Prop’, zou je ook vuilnis of afval kunnen noemen. Onze vraag is: wat maakt eigenlijk dat object, die prop, tot vuilnis?

Deze prop kan ik immers ook weer open vouwen. Ik kan ‘m hergebruiken in de kattenbak. Misschien waren de aantekeningen die erop geschreven waren toch best handig. Of misschien wil ik deze verkreukelde boze brief van een oude vriend bij nader inzien toch bewaren. En is de prop nou eigenlijk van mij, wordt de kat mede-eigenaar, of ben ik mede-eigenaar samen met mijn oude boze vriend? Of laat ik de prop toch los zodat ie een relatie aangaat met een ander: de vuilnisman, de prullenbak, een verzamelaar, of misschien met een muis op zoek naar nestmateriaal?

Nog iets anders: voor de reinigingsdienst is vuilnis een bestaansreden. Afval is voor hen een belangrijke grondstof, geen eindproduct, geen vuilnis in de zin van ‘dingen die je niet meer nodig hebt’. De reinigingsdienst bestaat bij de gratie van afval.

En dan is er nog de prop die tussen wal en schip valt: het zwerfafval, het weeskind van het vuilnisleven. Geen nut meer en ook geen bestemming.

In het project De Prop/Het vuilnisgebaar gaan wij op zoek naar die overgangsmomenten die iedereen gemakshalve ziet als het weggooien van dingen en vaak zien als een noodzakelijke verplichting, een onachtzame handeling, een vies karweitje, een ergernis. Maar tegelijk gaat het ook over afscheid, twijfel, gehechtheid.

Wat schuilt er werkelijk in die momenten, in dat vuilnisgebaar? Zonder dat in te vullen gaan we traag beschouwen. We gaan filmen en proberen deze overgangen onbevooroordeeld vast te leggen.

In het kader van ons onderzoek City As a Performative Object bij het Lectoraat Art in Public Space hebben wij een onderzoeksvoorstel geschreven voor de Kenniswerkplaats Schone Stad van de Gemeente Amsterdam. Het is een artistiek en visueel onderzoek, dat wil zeggen dat wij met onze menselijke gereedschappen (aandacht, geduld en generositeit) en onze artistieke gereedschappen (creativiteit, openheid en natuurlijk een camera en audioopnameapparatuur) de genoemde momenten van overgang gaan pogen vast te leggen.

Het resultaat is steeds een korte film, in vier kwadranten. Elk kwadrant is een ander moment in de tijd maar van exact dezelfde locatie. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

De films zijn onderdeel van het project De Prop en worden vanaf eind 2020/begin 2021 door Kenniswerkplaats De Schone Stad ingezet om met inwoners van de gemeente Amsterdam gesprekken te voeren over de leefbaarheid van de stad. Wellicht overbodig om te melden, maar ons visueel onderzoek is daarbij een middel om het gesprek te voeren en zeker niet een middel om een oordeel te vellen.